Verkeersschool Van Genderen krijgt regelmatig de vraag van ouders en/of potentiële leerlingen welke meerwaarde de RIS methodiek heeft. RIS staat voor Rijopleiding In Stappen en is een modulaire rijopleiding. Dit betekent dat er gestructureerd aan de hand van handelingsscripts (hoofdstukken) een viertal modules wordt behandeld. De handelingsscripts m.b.t. de eerste module gaan over de controle en beheersing van het voertuig, de leerling leert o.a. sturen, gas geven, remmen, ontkoppelen en koppelen, schakelen, bepalen van positie op de weg, op technische wijze wegrijden.
Tevens wordt ook al aandacht gegeven aan het scannen (ver vooruit kijken, breed kijken en spiegels gebruiken), maar ook o.a. hoe de leerling de stoel en rugleuning kan instellen en de spiegels. Kortom, het fundament van de beginnend bestuurder wordt gelegd tijdens deze eerste module. De leerling hoeft zich nog niet direct bezig te houden met de verkeersregels, de opleider zorgt ervoor dat deze scripts op een veilige wijze worden uitgevoerd.
Wanneer de leerling alle scripts van de eerste module zelfstandig kan uitvoeren, zal de opleider een deeltoets afnemen om daarna samen met de leerling te bepalen of deze voldoende is om door te gaan naar de tweede module. De leerling vult na elke module een zelfreflectieformulier waarin hij/zij kan aangeven met een cijfer van 1 t/m 10 hoe de gevraagde vaardigheden worden uitgevoerd.
In de tweede module wordt de nadruk gelegd op het deelnemen aan het verkeer en het oplossen van eenvoudige en overzichtelijke verkeerssituaties, zoals kruispunten, afslaan, het aannemen van een veilige volgafstand, het opzoeken van ruimtes (ruimtekussen) en ook het uitvoeren van manoeuvres, zoals bijv. parkeren, omkeren en de hellingproef. Om meer inzicht te krijgen in de verkeersregels is het van belang dat de leerling al bezig is met het leren van het theoretische gedeelte, of beter nog, het theoriecertificaat al in het bezit heeft. Ook hier wordt na het doorlopen van deze scripts middels een deeltoets bepaalt of de leerling klaar is om door te gaan naar de derde module en wordt door de leerling weer een zelfreflectieformulier ingevuld.
Tijdens de derde module komen ingewikkelde en complexe verkeerssituaties aan de orde, zoals bijv, het invoegen en uitrijden (uitvoegen) van de snelweg, inhalen en rijstrook wisselen, het naderen en oprijden van complexe kruispunten en rotondes met gescheiden rijstroken, voetgangersoversteekplaatsen, tram- en bushaltes, spoorwegovergangen. Maar ook het voorspellen van het gedrag van andere weggebruikers en daarnaar te handelen en veilig op te lossen behoren tot deze module.
Na afronding van deze module gaat de RIS examinator van het CBR de deeltoets module 3 met de leerling afnemen. Dit betekent dat de leerling de eerste drie geleerde modules zelfstandig en veilig moet kunnen uitvoeren. Leerling gaat ook twee manoeuvres uitvoeren en wanneer hij/zij laat zien dat deze goed worden uitgevoerd, dan wordt vrijstelling hiervan verleend voor het praktijkexamen. Ook het uitvoeren van een toetsoefening behoort tot de onderdelen van deze deeltoets. Na afloop bespreekt de RIS examinator met de leerling en de opleider de resultaten en geeft aan welke onderdelen er voor verbetering vatbaar zijn, zodat de leerling nog beter voorbereid naar het praktijkexamen toe zal gaan.
In module vier laat de leerling zien dat hij/zij alle opgedane kennis en vaardigheden ook kan toepassen in gewijzigde omstandigheden en nieuwe omgevingen. De leerling kan vlot, veilig en zelfstandig aan het verkeer deel nemen en gedraagt zich sociaal, rijdt defensief, milieubewust en is in staat om fouten van de andere verkeersdeelnemers op te vangen. Dat is dan ook het moment waarop de leerling gereed is om met vertrouwen als beginnend bestuurder het praktijkexamen tegemoet te treden.
Verkeersschool Van Genderen maakt gebruikt van lesmateriaal van uitgever Verjo B.V.
https://www.verjo.nl/